}
arrow_back

De CO2-Prestatieladder in België: tijd voor structurele implementatie

De CO2-Prestatieladder is een instrument dat overheden en organisaties uit de bouwsector en daarbuiten aanmoedigt om hun CO2-uitstoot te verminderen en duurzame bedrijfsvoering te bevorderen. België was het eerste land na Nederland dat met het syteem aan de slag ging. Tussen 2019 en 2023 werden 24 pilootprojecten in de drie regio’s gelanceerd met behulp van dit duurzaamheidsinstrument.

De resultaten zijn na te lezen in het rapport over de succesvolle testperiode. De bevindingen zijn zowel bij de deelnemende bedrijven als bij de aanbestedende overheden positief. Nu het tijd is om de integratie en opschaling van het systeem in België uit te stippelen, zijn verschillende actoren samengekomen voor een rondetafelgesprek.

Stap naar een duurzamere bouwsector

De bouwbedrijven zijn lovend over de duidelijkheid en eenvoud van de Ladder. Jan Van Steirteghem, COO van bouwbedrijf BESIX: “Het is niet overcomplex gemaakt. Dat biedt twee voordelen. Vooreerst, is de initiële investering makkelijk terug te verdienen. Ten tweede, kan je meer tijd besteden aan het behalen van de doelstelling die het certificaat voor ogen heeft dan aan de administratie voor het behalen van het certificaat. Dat is belangrijk, zeker naar de jonge generatie toe die echt impact wil maken.”

Daarnaast zet de Ladder het onderwerp CO2-reductie binnen de bouwsector en bedrijven op de kaart. “De Ladder biedt focus, in tegenstelling tot alle andere zaken die op ons afkomen zoals de CSRD”, aldus Van Steirteghem. “Wij startten in Nederland op niveau 3 en een jaar later zaten we op niveau 5. We zien op onze grote infrastructuurwerken experten die met plezier de werf aflopen op zoek naar CO2-reductiemogelijkheden.” Voor Brice Duchêne, Verantwoordelijke voor milieu en duurzame ontwikkeling bij Duchêne, geeft de Ladder een kader om een actieplan uit te werken. Philippe Goblet, CEO van Duchêne spingt bij: “Wij zijn hierin gestapt om onze CO2-voetafdruk naar beneden te halen. Dit is het voorbeeld dat we willen geven als grotere speler. Er is immers nog heel wat werk om onze collega’s te sensibiliseren. Maar zij die de Ladder gebruiken, zijn heel positief over het gebruiksgemak.”

Ontzorging van aanbestedende overheden

Aanvankelijk was er enige terughoudendheid bij de aanbestedende diensten, maar tijdens de testperiode groeide de populariteit van de CO2-Prestatieladder, wat resulteerde in bredere acceptatie en toepassing. De integratie in overheidsopdrachten brengt weinig extra werk met zich mee.

Dirk van Troyen, ingenieur wegmetingen bij Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) merkt op dat het eenvoudig is om de CO2-Prestatieladder in bestekken te integreren. “De bestekclausules zijn online te vinden. Het is geen meerkost en het zorgt voor weinig extra werk voor de ambtenaren.” Alexander Lemmens, jurist bij het Facilitair Bedrijf verwijst naar de positieve ervaring bij de overheidsopdracht voor de renovatie van de gebouwen aan het Martelaarsplein: “De integratie in de opdrachtdocumenten vergt weinig extra inspanning. De controles en audits gebeuren door geaccrediteerd certificerende instellingen, die in geval van een positief resultaat een certificaat afleveren aan de aannemer. De aanbesteder moet dus zelf geen detailcontroles uitvoeren, maar moet enkel controleren of de aannemer over een geldig certificaat beschikt op het juiste niveau. Zo worden de uitvoerende overheden ontzorgd, wat zeker ook relevant is voor de lagere niveaus. De CO2-Prestatieladder biedt inzicht in de gang van zaken en creëert een duidelijk kader voor alle betrokkenen.”

Ook aan Waalse kant zijn er positieve signalen. Sylvie Loutz, Projectmanager duurzame ontwikkeling bij de Service public de Wallonie (SPW) stelt dat men het nut van het gebruik van de Ladder inziet. De doelstellingen zijn makkelijk te verifiëren. Volgens haar is het één van de middelen die kan helpen om de Europese klimaatdoelstellingen te halen.

Oproep tot structurele implementatie

Nu het tijd is om de vervolgstappen uit te stippelen, vraagt de sector engagement vanuit de overheid om met de CO2-Prestatieladder aan de slag te gaan en die structureel te implementeren in overheidsopdrachten.

Volgens Philippe Goblet begint het onderwerp te leven in de markt, maar is er actie van de overheid nodig. “Ook al zien velen het voordeel ervan in, toch blijven ze hier weigerachtig tegenover. Je kan het vergelijken met de introductie van de ISO9001-norm. Het is er, maar het neemt jaren in beslag voordat het wordt geïmplementeerd en inzake duurzaamheid hebben we die tijd niet. We moeten nu allemaal samen actie nemen. Het is aan de overheid om de voorzet te geven, rekening houdend met de middelen en mogelijkheden van alle bedrijven.”

Nood aan ondersteuning voor green premium

Terwijl bedrijven overtuigd zijn van de meerwaarde van de Ladder, vragen ze aan de overheid om ook aandacht te hebben voor de kost die eraan verbonden is. Ook dat is één van de redenen waarom engagement vanuit de overheid nodig is. Zo is het speelveld voor alle spelers gelijk.

Jan Van Steirteghem geeft aan dat groene alternatieven een meerkost met zich meebrengen. Hij stelt zich de vraag wie de Green Premium zal betalen: “In Nederland geeft men subsidies voor de aankoop van duurzaam bouwmaterieel. Als je kan aantonen dat je de CO2-uitstoot met 50 procent vermindert en 10 procent duurder wordt, dan kan je de aanbesteding binnen halen. In België is dat ondenkbaar en focussen overheden nog enkel op de prijs. De CO2-Prestatieladder kan een katalysator zijn om in de bestekken meteen vast te leggen welke duurzame alternatieven moeten worden gebruikt.”

Volgens Alexander Lemmens groeit dat besef bij de overheid. De fictieve kortingen voor de CO2-Prestatieladder zijn volgens hem al een verschuiving van de focus richting kwaliteit.

Aanpak Vlaanderen vs. Wallonië

Verschillende overheidsinstanties, zoals OVAM en Agentschap Wegen en Verkeer en de Vlaamse Waterweg, beiden onderdeel van Beleidsdomein MOW, , hebben al besloten om de Ladder structureel te implementeren, terwijl anderen, zoals SWDE en SOWAER in Wallonië, positief staan tegenover verdere integratie.

Sylvie Loutz stelt dat men rekening moet houden met de verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen. Momenteel is er overleg met de collega’s over de integratie van de Ladder maar is er nog niets beslist. Als Wallonië een duurzaamheidstool integreert in de overheidsopdrachten, zal dit natuurlijk hetzelfde zijn als in de buurlanden en Vlaanderen. Er is echter nog veel werk om bedrijven te overtuigen in Wallonië.

Het management van het Beleidsdomein MOW (Mobiliteit en Openbare Werken) van de Vlaamse overheid heeft de implementatie van de CO2-prestatieladder reeds goedgekeurd. “Wij zullen de Ladder meenemen in bestekken voor infrawerken vanaf 1 januari 2025 vanaf vijf miljoen euro en gradueel doortrekken.”, aldus Dirk van Troyen.

Tot slot klinkt de vraag bij BESIX en Duchêne voor meer sensibilisering naar onderaannemers. Jan van Steirteghem: “Die moeten we mee aan boord krijgen. Vaak hebben we data nodig voor onze Ladder, maar die is soms moeilijk te verkrijgen. Ook andere sectoren, zoals de beton-, staal- en aluminiumsector, moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Daar zit de grootste impact. We moeten samenwerken over de landsgrenzen heen en voorwaarden opleggen. We hebben een Coalition of the Willing nodig waar de overheden de leiding nemen.”


Meer informatie over de pilootfase:

Een samenvatting van de pilootfase kan je hier vinden.

Een uitgebreid artikel in de Franse krant Le Soir kan je hier vinden.

Lees hier een uitgebreid artikel over de pilot in Bouwkroniek.